Medisch

VGT Hulp Oogheelkunde

Introductie
Iedereen heeft ze wel eens voorbij zien komen, de VGT vragen over het oog. ‘Waar in het visuele systeem is het probleem gelokaliseerd?’ of ‘Een patiënt staat 5 meter van de visuskaart. Hij kan net de regel lezen die op 10 meter afstand te lezen moet zijn. Hoe omschrijf je zijn visus?’. En ergens denk je: ‘Dit weet ik!’, of misschien heb je geen idee waar ze het over hebben. Dus daarom hieronder een opfrisser over de verschillende soorten problemen die op kunnen treden en tot verminderd zicht of gezichtsvelduitval kunnen lijden. 

Refractieafwijkingen
Dit zijn afwijkingen van de sterkte waarmee de cornea en de lens het licht breken ten opzichte van de lengte van het oog. Normaal gesproken is dit goed in verhouding en zorgen de cornea en lens er samen voor dat het brandpunt met het breken van het licht precies op de retina valt. Dit heet emmetropie (A) en hierbij is het beeld scherp. Bij 25% van de bevolking gaat hier echter iets fout. Hierin zijn verschillende types te onderscheiden:

Myopie: Bij myopie (B) ligt het brandpunt voor de retina, waardoor er een probleem ontstaat met ver weg kijken. Het wordt daarom ook wel bijziend genoemd, dichtbij kun je wel zien. Dit komt doordat de lens een te groot refractievermogen heeft of doordat het oog te lang is. Het begint meestal tussen de 0-17 jaar en het heeft een familiaal component. De afwijking neemt meestal toe met de leeftijd. Het kan opgelost worden met een concave (-) lens. 

Hypermetropie: Bij hypermetropie (C) ligt het brandpunt achter de retina, hierdoor ontstaat een probleem met voorwerpen dichtbij scherp zien. Het wordt daarom ook wel verziendheid genoemd, ver weg kun je juist wel goed zien. Dit probleem komt doordat het oog te kort is of doordat het refractievermogen van het oog te klein is. Dit kan opgelost worden met een convexe (+) lens.

Presbyopie: Hierbij kan het oog door veroudering niet meer goed scherp stellen voor informatie dichtbij. Dit komt doordat de elasticiteit van de lens minder wordt, waardoor deze platter wordt en licht zo minder goed gebroken kan worden. Het accommodatievermogen neemt af en hierdoor valt het brandpunt achter de retina. Het merendeel van de volwassenen >50 jaar heeft hier last van. Dit kan ook worden opgelost met een convexe (+) lens, ook wel bekend als de ‘leesbril’. 

Astigmatisme: Hierbij komt het licht op verschillende plekken op de retina, waardoor meerdere brandpunten ontstaan. Dit komt doordat de cornea niet mooi rond is, maar een afwijkende vorm heeft. Dit is congenitaal en zorgt dus voor een breking in meerdere vlakken. Hierbij zie je zowel veraf als dichtbij niet scherp en kun je dubbelbeelden zien. Het kan verholpen worden met een cilindrische lens. 

Gezichtsvelduitval
Normaal gesproken wordt de sensorische informatie (zicht) door beide ogen waargenomen. Informatie gaat vervolgens door de nervus opticus, via het chiasma opticus, naar de tractus opticus. Hier komt het in het corpus geniculatum laterale (CGL), waar het via de radiatio optica op de occipitale cortex komt.

Op alle verschillende niveaus kan hier iets fout gaan, wat resulteert in uitval in het gezichtsveld. Dit komt voor bij 1811:100.000 mensen en vaker bij vrouwen dan bij mannen. Het wordt vaker gezien >45 jaar en er zijn meerdere oorzaken mogelijk. De behandeling is afhankelijk van de oorzaak. Veelvoorkomende onderliggende aandoeningen zijn glaucoom, staar, maculadegeneratie, medicijngebruik en diabetische retinopathie. Iedere locatie die kan lijden tot gezichtsvelduitval geeft een typisch beeld: 

Prechiasmaal: Hierbij zit het probleem voor het chiasma, dus in de nervus opticus. Dit leidt tot uitval van zicht van één oog, ook wel amaurosis. Bij een probleem in de linkerbaan van de nervus opticus valt het linker oog uit, en andersom. 

* Dit is niet het geval bij een probleem in het oog zelf.  Dan ontstaat er een heel ander patroon dat zich niet aan deze kwadranten houdt.

Chiasmaal: Hierbij zit het probleem in het chiasma opticus. Een oorzaak hiervan kan druk van een hypofysetumor zijn. Hierdoor kan de informatie via de kruisende banen niet doorgegeven worden en valt dit zicht uit. Het zorgt ervoor dat de informatie van de buitenkant van het gezichtsveld zowel links als rechts niet doorgegeven kan worden. Dit heet bitemporale hemianopsie. Dit is te vergelijken met het kijken met oogkleppen op. Het kan ook zitten in maar één van de kruisende banen. Dit heet nasale hemianopsie. Hierbij valt de nasale kant van het gezichtsveld van één oog uit.  

*hemianopsie = halfzijdige uitval van het gezichtsveld. 

Retrochiasmaal: Hierbij zit het probleem, zoals de naam al zegt, achter het chiasma. Dit geeft verschillende beelden. Wanneer de tractus opticus aangedaan is, valt aan de ene kant het nasale gezichtsveld uit en aan de andere kant het temporale, wat homonieme hemianopsie wordt genoemd. Wanneer het probleem iets hoger zit, in de radiatio optica, kan dit leiden tot kwadrantanopsie. Dit komt doordat dan één van de banen van de radiatio optica aangedaan is. Als de occipitale cortex aangedaan is, is er sprake van homonieme hemianopsie met centrale sparing. 

Extra uitleg:

Glaucoom: De oogzenuw raakt beschadigd. Dit kan komen door verhoogde kamerdruk, maar dat hoeft niet per se. Er wordt onderscheidt gemaakt in openkamerhoekglaucoom (opstopping trabeculair netwerk) en geslotenkamerhoekglaucoom (voorste oogkamer helemaal dicht). Het leidt zonder behandeling tot blijvend zichtverlies. Kenmerkend is een boogscotoom. Druppels kunnen de oogdruk verlagen. Werkt dit niet, dan kan een laserbehandeling of operatie helpen. 

Staar: De lens wordt troebel, waardoor iemand niet scherp meer kan zien en het  lastig wordt om kleuren te zien. Dit kan verholpen worden door operatief de lens te verwijderen en een nieuwe lens te plaatsen. 

Maculadegeneratie: Dit is een aandoening van het centrale gedeelte van het netvlies, de macula (gele vlek). Het midden van het beeld wordt hierdoor geleidelijk aan steeds waziger doordat cellen in de macula afsterven. Het beeld daaromheen blijft meestal goed. 

Diabetische retinopathie: Bij mensen met diabetes kan retinopathie ontstaan. Hierbij raken de bloedvaten in de ogen beschadigt. Het komt vaker voor bij mensen met sterke schommelingen in bloedsuikerwaardes, overgewicht, zwangerschap, hoge bloeddruk en hoog cholesterol. Doordat er bloedvaten kapot gaan, komen er groeifactoren vrij waardoor er weer nieuwe bloedvaten gevormd worden. Deze zijn echter zwak en gaan snel kapot. Hierdoor ontstaat er verminderd zicht. Behandeling kan met injecties, laserbehandeling en/of een operatie. 

Categorieën:Medisch, VGT

Geef een reactie