Juni 2022

VGT Hulp

Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s)

Inleiding
Jaarlijks laten zo’n 150.000 mensen zich testen op een soa. Bij 19% hiervan wordt één of meerdere soa’s ontdekt. De laatste tijd wordt een toename gezien van infecties met gonorroe of syfilis. Bij een soa-diagnose wordt contactopsporing tot 6 maanden terug geadviseerd. Aangezien veel soa besmetting asymptomatisch kunnen zijn, maar wel overgedragen kunnen worden, wordt een soa-test aangeraden na onbeschermd seksueel contact, bij wisselende sekspartners en bij Mannen die Seks hebben met Mannen (MSM).  Onder de 25 jaar kun je gratis terecht bij het soa-centrum van de GGD. 

Soa’s komen dus regelmatig voor, en jongeren (< 25 jaar), MSM, prostituees, wisselende seksuele contacten en onbeschermde seks worden gezien als een risicogroepen. Maar wat weet je er nou eigenlijk van? Daarom zijn hieronder vijf veel voorkomende soa’s uitgelegd.  

Chlamydia
Epidemiologie + risicofactoren: Chlamydia is de meest voorkomende soa onder jongeren tussen 15-24 jaar. Het is een bacteriële soa veroorzaakt door chlamydia trachomatis en resulteert in een urogenitale infectie. Ongeveer 2-6% van de mensen heeft een chlamydia infectie en het komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Risicofactoren zijn wisselend seksueel contact, onbeschermde seks, een eerdere chlamydia infectie en jonger dan 25 jaar. 

Symptomen + onderzoek: De meeste mensen zijn asymptomatisch, 60-70% van de vrouwen en 50% van de mannen. Symptomen die wel voor kunnen komen zijn verhoogde fluor productie, een branderig gevoel of pijn bij het plassen, abnormaal vaginaal bloedverlies en pijn in de onderbuik bij vrouwen. Bij mannen kan waterige afscheiding of dysurie aanwezig zijn. Als aanvullend onderzoek kan een chlamydia-antilichaamtest (CAT), PCR op eerste urinestraal of een kweek van intracervicale swab (vrouw), urethrale swab (man), rectale swab en orale swab (indien nodig) gedaan worden. Bij de kweek wordt ook gelijk getest op gonorroe, i.v.m. co-infectie.  Behandeling + complicaties: Behandeling is met azitromycine of doxycycline. Onbehandeld kan de infectie zich verder omhoog verspreiden en is er een kans van 20% op complicaties als chronische bekkenpijn, subfertiliteit, extra-uteriene graviditeit (EUG) en Pelvic Inflammatory Disease (PID). Bij zwangerschap is er een risico op vroeggeboorte en verticale transmissie naar foetus, wat risico geeft op neonatale conjunctivitis en pneumonie.

Denk bij jonge vrouwen met regelmatige doorbraakbloedingen tijdens het slikken van orale anticonceptie (OAC) aan een chlamydia infectie

Gonorroe
Epidemiologie + risicofactoren: Gonorroe is een bacteriële soa veroorzaakt door neisseria gonorrhoeae. Risicofactoren zijn een chlamydia infectie, wisselende seksuele contacten, onbeschermde seks, MSM en prostitutie. Het komt 4 keer zo vaak voor bij mannen als bij vrouwen. 

Gonorroe

Symptomen + onderzoek: Gonorroe kan ook asymptomatisch zijn. Mogelijke symptomen zijn buikpijn, dysurie, koorts en faryngitis. Bij  30-60% van de vrouwen wordt een toegenomen fluor vaginalis gezien, bij mannen een urethritis met purulente afscheiding of een proctitis. Aanvullend onderzoek is hetzelfde als bij chlamydia.  

Behandeling + complicaties: Behandeling is met ceftriaxon. Onbehandeld geeft dezelfde risico’s als bij chlamydia. 

Herpes genitalis
Epidemiologie + risicofactoren: Herpes genitalis wordt veroorzaakt door een infectie met het herpes simplex virus (HSV) in de genitalia. Er zijn twee types HSV: HSV-1 zorgt voor 20% van de gevallen, HSV-2 voor de overige 80%. 70% van de populatie heeft een positieve herpes labialis serologie. Risicofactoren zijn een lage weerstand, wisselende seksuele contacten en onbeschermde seks. 

Symptomen + onderzoek: Symptomen zijn irritatie, een branderig gevoel, pijn en koorts. Het typische beeld is gegroepeerde milaire ronde scherp begrensde rode vesikels en ulceraties op de genitalia. Het beloop bij een eerste besmetting begint met regionale lymfeklierzwelling, urethritis en vaginale afscheiding. Na een periode van 6-7 dagen ontstaan de vesikels, gevuld met helder vocht. Deze barsten open, waardoor ulceraties ontstaan. Kenmerkende locaties zijn op de glans, preputium en schacht van de penis bij mannen en op de vulva, perineum en de cervix bij vrouwen. Bij MSM kunnen huidafwijkingen rond de anus of een proctitis gezien worden.
Aanvullend onderzoek is een HSV-serologie en PCR op swab van ulceratie. 

Herpes genitalis

Behandeling + complicaties: De behandeling bij symptomatische patiënten is een zinkoxide of zinksuflaatzalf. Als het nodig is kan lidocaïne zinkoxide zalf gegeven worden als lokale pijnstilling of paracetamol of NSAID als systemische pijnstilling. Antivirale middelen, bijvoorbeeld valaciclovir, kunnen zorgen voor een kortere duur van de ziekteverschijnselen, een verminderde ernst en een verkorte periode van overdracht.
Besmetting kan plaatsvinden als er geen ulceraties zijn. Ulceraties genezen meestal zonder littekenvorming binnen 7-28 dagen. 90% van de mensen recidiveert >1 keer en 20% recidiveert >10 keer. Dit risico is hoger bij een HSV-2 infectie. Het kan zorgen voor extra genitale complicaties als aseptische meningitis, urineretentie en huidafwijkingen op andere plekken op het lichaam. 

Kiss of Death: besmetting van een neonaat met herpes genitalis door een kus met koortslip geeft een risico op overlijden

Condylomata acuminata
Epidemiologie + risicofactoren: Condylomata acuminata wordt ook wel anogenitale wratten genoemd en wordt veroorzaakt door het humaan papillomavirus (HPV). Het is een infectie van de slijmvliezen en anogenitale regio. Het komt het meest voor tussen de 15-29 jaar en 90% ontwikkelt geen condylomen (wratten). 50% van de vrouwen met vulvaire condylomen heeft ook een cervicale HPV-infectie. Het wordt meestal veroorzaakt door HPV type 6 en 11. Risicofactoren zijn wisselende seksuele contacten, onbeschermde seks, vrouw, roken, orofaryngeale HPV, immuungecompromitteerd en MSM. 

Symptomen + onderzoek: Symptomen zijn jeuk, irritatie en afscheiding. Er kan een speculumonderzoek, proctoscopie of ureteroscopie gedaan worden. Bij twijfel wordt een biopt afgenomen of een uitstrijkje gedaan. 

Condylomata acuminata

Behandeling + complicaties: Kan deels voorkomen worden door condoomgebruik, maar dit biedt geen volledige bescherming. Bij 20% is er spontane remissie na 3 maanden en bij 90% na 2 jaar. Behandeling is met podofyllotoxine en imiquimod. Daarnaast kan een excisie gedaan worden, elektrocoagulatie of cryotherapie. Er is een risico op het ontstaan van cervixcarcinoom na 10-15 jaar. 

Syfilis (lues)
Epidemiologie + risicofactoren: Syfilis is een bacteriële soa die veroorzaakt wordt door treponema pallidum. Het heeft 2 stadia: vroege syfilis heeft een infectieduur van <1 jaar en is wel besmettelijk, late syfilis is >1 jaar geleden en is niet besmettelijk. Het kan een systemisch verloop hebben en komt vaak voor in combinatie met HIV. Het komt 13 keer zo vaak voor bij mannen als bij vrouwen. Risicofactoren zijn MSM, prostitutie, personen uit een gebied waar veel soa’s voorkomen, wisselende seksuele contacten en onbeschermde seks. 

Symptomen + onderzoek: Presenteert vaak met pijnloze huidlaesies, ulcus, koorts, algehele malaise, gewichtsverlies, spierpijn en gewrichtspijn. Bij vroege syfilis zijn solitaire rode laesies zichtbaar. Bij late syfilis zijn er vele kenmerken mogelijk, waaronder rode maculae op handpalmen en voetzolen, niet jeukend exantheem op de extremiteiten en romp, condylomata lata, alopecia syphilitica, ulceraties over het hele lichaam en neurosyfilis. 

Als aanvullend onderzoek kan er een Treponema pallidum haemagglutination assay (TPHA) gedaan worden. Deze kijkt naar aanwezigheid van antistoffen. Indien deze positief is, moet er ook een rapid plasma reagin (RPR) gedaan worden, welke kijkt naar een actieve infectie. Ook kan er een donkerveld microscopie gedaan worden, een visusonderzoek, een echo en een lumbaalpunctie. 

Behandeling + complicaties: Een eenmalige injectie met benzathinebenzylpenicilline. De prognose is goed na adequate therapie. Er is transplacentaire transmissie mogelijk, wat kan leiden tot vroeggeboorte en afwijkingen bij het kind. Belangrijk is te testen op co-infectie met HIV. 

Bij iedere anogenitale ulcer moet aan syfilis gedacht worden, tot anders bewezen

Tekst en afbeeldingen uit Compendium Geneeskunde

Categorieën:Juni 2022, VGT

Geef een reactie