Juni 2022

Een spreekuur – Liefde voor het vak

Geschreven door Luuk Kalverdijk

Het UMCG is een van de weinige plekken waar je terecht kunt voor een genderbevestigende medische behandeling. Maar het aantal aanmeldingen is enorm toegenomen. Er wordt geschat dat vijf op de duizend mensen genderdysforie ervaart en een vorm van medische behandeling overweegt. Het leidt helaas tot gruwelijk lange wachtlijsten.
Waarom zit ik hier als psychiater? Genderdysforie wordt immers al lang niet meer als psychiatrische stoornis beschouwd. Het is echter wel geassocieerd met een aanzienlijk verhoogde prevalentie van psychiatrische problemen die op cross sekse hormonen kunnen destabiliseren. Hier twee persoonlijke verhalen.

De eerste persoon op het spreekuur komt voor een intake. Ik stel mij voor en vraag hoe deze persoon het liefste wordt aangesproken. Er wordt even nagedacht. Zachtjes klinkt het: ‘Linda’.

Linda is 26 en zij heeft lang moeten wachten op deze eerste afspraak. Linda is lang, een meter negentig, en haar kleding zit ongemakkelijk om haar lichaam. Ze is duidelijk nerveus, maar ze is ook opgelucht. Eindelijk kan ze beginnen aan een nieuwe fase in haar leven.

Linda vertelt dat ze twee jaar geleden uit de kast kwam. Eerst op internet en een paar weken later heeft ze de stoute schoenen aangetrokken en het haar ouders verteld. Hoewel zij inmiddels heel wat televisieprogramma’s heeft gezien waarin opgewekte en stoere personen vertellen over hun gender, was het voor Linda een enorme stap om eerst voor zichzelf en daarna voor de wereld te laten weten hoe zij zich al jarenlang voelt. Diepongelukkig met haar geslacht (man) en haar lijf (mannelijk). 

Wanneer Linda verder gaat voor behandeling begint zij met hormonale behandeling. In de komende jaren zal er op verschillende manieren effect zichtbaar worden. Haar postuur zal veranderen: bredere heupen, het gezicht. Geleidelijk aan zullen er zich borsten ontwikkelen. Maar niet alles zal veranderen onder invloed van hormonen. Linda zal blijven opvallen als een lange vrouw, met brede schouders, grote handen en voeten. Belangrijker juist zijn de onzichtbare effecten. Men beschrijft het als een moeilijk onder woorden te brengen effect, het is als ‘thuiskomen’, het gevoel dat het eindelijk ‘past’. Er is meer rust; eerder agressieve of angstige personen worden aardiger, opener. Het is een opmerkelijk effect waar ik me telkens over verbaas.

De volgende afspraak is met Johan van Dam. Ik zou hem moeten kennen want hij is twee jaar geleden ook al voor een aantal gesprekken bij mij geweest, voordat hij startte met hormonale behandeling. Johan van Dam is 43 jaar en hij is transman. Ik kijk rond in de wachtkamer, maar zie niemand die ik herken. Een kleine, gespierde man stapt op mij af; baardje, kalend. Hij is onherkenbaar veranderd. Johan was meermalen psychiatrisch opgenomen en tobde jarenlang met een eetstoornis, afgewisseld met depressieve periodes. Hij heeft drie afgebroken relaties achter zich en hij heeft twee kinderen. Nu wordt hij vergezeld door zijn nieuwe partner, een cis-vrouw, met wie hij inmiddels langer dan ooit tevoren een relatie volhoudt. Samen maken ze een rustige en stabiele indruk. Zijn kinderen zeggen nog steeds ‘mamma’ tegen hem. Johan vindt het prima.

In de afgelopen twee jaar heeft Johan geen enkele psychiatrische crisis meer gehad. Hij beschrijft de hormonale behandeling als een enorme opluchting. Helemaal toen hij van zijn borsten werd verlost. Dit liet 2 forse littekens achter, maar het maakt hem niet uit. De wijde verhullende truien hebben plaats gemaakt voor T-shirts. Johan is toe aan een volgende stap in zijn behandeling, een falloplastiek. We weten beiden dat dit een heel lang traject zal gaan worden. Het begin tot de afronding van een volledige medische transitie kan vijf tot zeven jaar duren, en lang niet iedereen kiest ervoor om alle stappen te ondergaan.

Ooit was het mijn plan om cardioloog te worden. Hoe de plannen zijn veranderd kan ik niet precies meer achterhalen. Ik denk dat ik uiteindelijk nog meer gegrepen werd door de complexiteit van het brein dan door het iets beter begrepen hart en werd kinder- en jeugdpsychiater. Ik vermoed dat er geen specialisme is waar elk consult zo weinig routine en zo veel variatie kent. Natuurlijk zijn er de vaste onderdelen, zoals het psychiatrisch onderzoek, maar het persoonlijke verhaal en het verhaal van ontwikkeling van kind tot volwassene zijn nooit gelijk. Als je van complexiteit houdt, is dit je ding.

Als kinderpsychiater werkte ik een periode met het team dat zich bezighoudt met DSD, Disorders of Sexual Development. Hier maakte ik al kennis met de variatie in sekse en gendergedrag bij jonge kinderen. En met de enorme impact als ouders na de geboorte van hun kind bij de vraag:  ‘en… wat is het geworden?’ met de mond vol tanden staan.

Het is merkwaardig dat we zo nerveus doen over gender, seks, sexe en geslacht, maar het zijn belangrijke thema’s geworden. Hoe bijzonder is het dat je genderidentiteit en je lijf niet overeenkomen. De discussie hoe dit nu eigenlijk kan is nog lang niet beslecht. We moeten er ons als dokters allemaal toe verhouden! Ik heb me inmiddels aangewend om bij de volgende patiënt niet meer ‘Mijnheer Jansen’ of ‘Mevrouw De Vries’ door de wachtkamer te roepen.

Luuk Kalverdijk is psychiater bij het Genderteam in het Universitair Medisch Centrum Groningen en werkt bij het Universitair Centrum Psychiatrie. Zijn aandachtsgebieden zijn genderzorg en ziekenhuispsychiatrie. Het Genderteam van het UMCG bestaat sinds 1976 en was lang een van de (slechts) twee teams in Nederland waar volwassenen vanaf 18 jaar met genderdysforie voor een medische transitie terecht konden. Gelukkig ontstaan er de laatste tijd meer mogelijkheden. Het team is multidisciplinair en omvat diverse specialismen zoals gynaecologie, plastische chirurgie, psychiatrie, psychologie, sexuologie, keel-, neus- en oorheelkunde, medisch maatschappelijk werk, logopedie en bekkenbodem fysiotherapie.

Meer weten over genderdysforie en behandeling hiervoor in het UMCG? Kijk dan op https://www.umcg.nl/-/genderdysforie

Geef een reactie